Column: Hoe staat onze natuur ervoor? Eén wedstrijd maakt nog geen seizoen
Stel je voor: je kijkt naar één voetbalwedstrijd van een seizoen. Het team speelt slecht en verliest. Op basis van die ene wedstrijd zou je kunnen denken dat ze het hele seizoen dramatisch spelen. Maar misschien was dit gewoon een slechte dag, of miste de sterspeler. Om echt te weten hoe goed een team is, moet je alle wedstrijden bekijken en trends volgen.
Zo werkt het ook met natuurmonitoring. Een momentopname, zoals een enkele meting van de grondwaterstand, geeft een indruk, maar niet het volledige beeld. De vegetatie in een gebied reageert bijvoorbeeld langzaam op veranderingen, dus een eenmalige kartering ervan zegt al meer dan één meting van de grondwaterstand. Om écht te weten hoe onze natuur ervoor staat, moeten we langdurig meten en verbanden leggen. Niet alleen eindresultaten zoals de aanwezigheid van bepaalde soorten, maar ook omgevingsfactoren zoals bodem en waterkwaliteit.
Meten is geen bureaucratische hobby
In Overijssel baseren we ons natuurbeleid op feiten. We willen weten of beschermde soorten terugkomen, of natuurmaatregelen effect hebben en hoe ecosystemen zich ontwikkelen.
Daarom meten we structureel en volgens wetenschappelijke methoden, zoals vegetatiekarteringen om de verspreiding van planten te volgen, en weidevogelmeetnetten om te zien hoe soorten als de grutto zich ontwikkelen. Daarnaast kijken we naar omgevingsfactoren zoals grondwaterstanden, waterkwaliteit en bodemsamenstelling, zodat we tijdig kunnen bijsturen.
Toch is natuurmonitoring geen eenvoudige klus. Ecosystemen zijn complex en afhankelijk van allerlei factoren: klimaat, bodemkwaliteit, waterhuishouding en menselijke ingrepen. Net als bij een team dat soms piekt en soms inzakt, laat één meting nooit het hele verhaal zien.

De Natuurdoelanalyse: waardevol tussenrapport, maar niet allesbepalend
De natuurdoelanalyse (NDA) is zo’n momentopname, vergelijkbaar met een tussenrapport halverwege het seizoen. Zo’n stand zegt iets, maar niet alles over hoe het seizoen zal eindigen.
De NDA laat zien hoe het met de natuur gaat en of doelen haalbaar lijken, maar het is geen definitief oordeel. Sommigen vinden dat NDA’s te snel zijn opgesteld of te stellig in hun conclusies. Dat is een begrijpelijke zorg.
De analyse richt zich vooral op beschermde soorten en habitats, terwijl natuur breder is dan dat. Bodemleven, insecten, waterbuffering en ook hoe mensen het landschap ervaren blijven vaak buiten beeld. Daarom is het belangrijk om ook te kijken naar wat een NDA níet laat zien.
Meer dan een momentopname: bredere ecologische analyses
Bij de herziening van de Natura 2000-beheerplannen voeren we daarom een bredere ecologische analyse uit. Die richt zich niet op beleving, maar wel op meer soorten, ecologische processen en omgevingsfactoren. We gebruiken daarvoor alle beschikbare gegevens, zoals informatie over planten, dieren en omgevingsfactoren.
Naast onze eigen data maken we gebruik van landelijke bronnen, zoals het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) en de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF), met tienduizenden waarnemingen van verschillende soorten. Zo krijgen we een vollediger beeld.
We kijken niet alleen naar eindresultaten, maar juist ook naar zogenoemde procesindicatoren: factoren zoals waterkwaliteit, bodemsamenstelling en het effect van natuurherstelmaatregelen op die factoren. Dat helpt om beter te begrijpen waarom de natuur zich op een bepaalde manier ontwikkelt.
De rol van de Ecologische Autoriteit
De Ecologische Autoriteit (EA) is een onafhankelijk orgaan dat natuurdoelanalyses beoordeelt op wetenschappelijke juistheid en actualiteit. Ze controleren of de analyses gebaseerd zijn op de meest recente en juiste informatie en of de conclusies goed onderbouwd zijn. De EA beoordeelt NDA’s niet zwart-wit, maar houdt rekening met de omstandigheden.
In het oordeel van de EA betekent ‘Ja, tenzij’ dat doelen haalbaar zijn, zolang bepaalde voorwaarden worden vervuld. ‘Nee, mits’ betekent dat ze niet haalbaar zijn, tenzij er aanpassingen komen. Dit voorkomt dat natuurbeleid te rigide of te optimistisch wordt geïnterpreteerd.
Hun oordeel helpt provincies en Rijk om beleid te baseren op feitelijke onderbouwing, niet op inschattingen of aannames.
Waarom we de NDA’s gebruiken
Belangrijk om te beseffen: een NDA is bedoeld om in kaart te brengen of de gestelde natuurdoelen worden gehaald, en om zo nodig maatregelen te onderbouwen. We gebruiken deze analyses en databronnen niet alleen om een beeld te krijgen van hoe het met de natuur gaat, maar ook om het effect van natuurherstelmaatregelen te beoordelen en beter te begrijpen welke factoren de natuurontwikkeling beïnvloeden.
Neem stikstof als voorbeeld. Er is veel onderzoek gedaan naar de effecten van langdurige stikstofdepositie op natuurgebieden, waarbij een afname van biodiversiteit als veelgenoemd risico wordt genoemd. Tegelijkertijd is duidelijk dat de mate waarin stikstof invloed heeft, afhankelijk is van diverse factoren, zoals de lokale bodemkwaliteit en waterhuishouding.
Een NDA laat niet zien of stikstof een probleem is, maar wél hoe een gebied zich ontwikkelt ten opzichte van de natuurdoelen - en of stikstof daarin mogelijk een rol speelt. Andere knelpunten kunnen daarbij ook een rol spelen.
Hoe verbeteren we natuurmonitoring?
Daarnaast werken we aan betere monitoring. In 2024 is een motie door Provinciale Staten aangenomen om natuurmetingen in Natura 2000-gebieden te verbeteren. Dit doen we samen met de andere provincies. Dit betekent onder andere dat we de monitoring van beschermde soorten uitbreiden en de omgevingscondities intensiever gaan monitoren.
De waarde van praktijkkennis in natuurbeleid
Metingen en data zijn belangrijk, maar cijfers vertellen niet altijd het hele verhaal. De ervaring van boeren, natuurbeheerders en andere betrokkenen in het landschap is minstens zo waardevol.
Vraag het een boer of een boswachter, en ze zullen je precies vertellen hoe de natuur verandert - vaak eerder dan een meetrapport. Boeren zien bijvoorbeeld als eerste wanneer bepaalde vogelsoorten uit weilanden verdwijnen. Boswachters merken direct wanneer waterstanden veranderen en wat dat betekent voor de vegetatie. En vissers zien bijvoorbeeld veranderingen in visstanden die wijzen op bredere ontwikkelingen in de waterkwaliteit. Die kennis moeten we meenemen in ons beleid.
Daarom zijn we gestart met het Gezamenlijk Feiten Onderzoek (GFO). Hierin combineren we bestaande data met lokale kennis. Dit helpt niet alleen om trends in kaart te brengen, maar ook om te begrijpen waarom de natuur verandert.
Bovendien zorgt deze samenwerking ervoor dat misverstanden over monitoring en beleid worden weggenomen. Soms lijkt het alsof wetenschappers en beleidsmakers ver afstaan van de praktijk, maar in werkelijkheid werken zij nauw samen met beheerders en anderen in het veld.
De weg vooruit: meten én begrijpen
De natuur staat al lange tijd in de belangstelling en wordt goed gevolgd. Goede natuurmonitoring kost tijd en geld, maar zonder betrouwbare gegevens kunnen we geen verantwoord beleid maken. Tegelijkertijd is meten alleen niet genoeg: we moeten cijfers goed duiden en praktijkkennis benutten om echt vooruitgang te boeken.
Een enkele wedstrijd zegt weinig over de prestaties van een team. Net zoals een goede coach niet alleen afgaat op statistieken, maar ook kijkt naar hoe een team werkelijk speelt, moeten wij natuurdata combineren met praktijkkennis. Door trends te analyseren, signalen uit het veld serieus te nemen en oorzaken te achterhalen, zorgen we voor een realistisch en effectief natuurbeleid.
Meten laat zien hoe de natuur zich ontwikkelt. Maar het zegt niet alles over hoe mensen het landschap ervaren. Daarom combineren we ecologische data met lokale kennis en ervaring. Zo ontstaat beleid dat niet alleen klopt op papier, maar ook aansluit bij wat er in de praktijk nodig is.
Alleen zo krijgen we een compleet beeld en kunnen we de natuur niet alleen beter begrijpen, maar ook beter beschermen en versterken.
Maurits von Martels
Gedeputeerde landbouw en natuur
Contact
Toekomst voor ons Platteland
E-mail: toekomstvooronsplatteland@overijssel.nlVerwijst naar een andere website
Telefoon: 038 499 88 99 (Overijssel Loket)